Nieuws uit de Brugse regio

Johan Debruyne: Het nest tussen waarheid en herinnering


Audio Reportage

Brugge, donderdag 9/5/2013. De Brugse kunstcriticus Johan Debruyne (1953) stelde vanavond in De Kelk zijn nieuwe boek voor: 'het nest tussen waarheid en herinnering' kijkt aan de hand van enkele eerder gepubliceerde columns, met een nostalgische blik, terug in de tijd. Johan Debruyne is de jongste van 'een hectisch nest van 7' en is in de volkse Langstraat tussen het kattenkwaad opgegroeid, als zoon van een kettingrokende, vloekende en vooral hardwerkende bakker als vader en een 'oerkatholieke' moeder. 'Het stilstaan daarover heeft er voor gezorgd dat ik lang getwijfeld heb of ik zelf kinderen wou. Te lang en dus heb ik er geen,' zegt Debruyne, 'dus zal mijn nalatenschap, kunst en boeken, naar de dieren gaan. Ik heb al inbrekers gehad en die laten de kunst liggen, want het is moderne kunst en dat begrijpen ze niet en boeken zijn na een jaar op de tweedehandsmarkt geen geld meer waard.'

Voor de studenten

Debruyne kwam na de Brugse Rijksnormaalschool via studiemeesterschap in onder meer het KTA Brugge als leraar Nederlands, Engels en economie in het KA Stene in Oostende terecht en later in de Middenschool 2-Oefenschool in Brugge. 30 jaar later wordt hij lector Nederlands en Dramatische Expressie aan de Hogeschool West-Vlaanderen. 'Ik heb 34 jaar les gegeven en ik deed graag mijn job voor de studenten, niet voor het onderwijs, want van het onderwijs hou ik niet en heb ik ook noit gehouden,' zegt Debruyne, die daarmee zijn goede relatie inleidt, met leerlingen, die hem naar het maken van een blog op het internet stuurden en uiteindelijk naar het boek, dat omwille van de Brugse link bij uitgever Zorro werd uitgegeven.

Hugo en Yves

Als criticus werd Debruyne in 1995 bekroond met 'De Gouden Hugo' door de Brugse Uitkrant van journalist Jon Misselyn. 'Die staat nog steeds op mijn dressoir, het is een heel lelijk ding: de kop van schepen Hugo Stevens in de vorm van een buldog, maar met hem wist je tenminste waar je aan toe was', zucht Debruyne. 'Hij zei, zelfs met grove taal, dat hij je een klootzak vond. Met zijn opvolger Yves Roose was dat minder: die gaf je altijd gelijk, maar er gebeurde niets, want hij zat in de broekzak van Patrick Moenaert, die mij op zijn beurt een nestbevuiler noemde.

Bulldozer

'De politiek durft het brave oubollige imago van Brugge niet doorbreken,' stelt Debruyne vast. Roland Patteeuw, zijn grote voorbeeld, zei ooit dat je af en toe een bulldozer zou moet durven inzetten om beelden uit het straatbeeld te verwijderen. 'Maar ik ben een broekschijter natuurlijk..., maar ik zou veel weg doen. Dat sculptuur op het Zand vloekt in elk geval met het Concertgebouw, dat op zich veel te gesloten is... En dan die lelijke dingen waardoor je naar de auto moet onder de grond. Ik begrijp het niet... Er mag veel weg en ik heb liever dat er niets of niet zoveel in de plaats komt...'

Rebel

'Ik blijf, ondank het weemoedige nu de laatste tijd, inderdaad rebels,' analyseert Johan Debruyne zichzelf. 'Ik blijf mij vrijwel constant ergeren, maar ik voel mij daar niet slecht bij en dat dan wel schrijven... Al heel mijn leven als criticus en recensent, al 30 jaar, krijg ik schouderklopjes, liefst als niemand het ziet, zo van: goed dat jij het durft schrijven, dat jij het durft zeggen. Wij zijn partners in crime zeker? ...Wij hebben onze bronnen, want zij willen ook dat het uitkomt... Dat twee vrouwen bijvoorbeeld, van wie hun mannen in een zeker belang hadden in de stad, in stenen kappen. Iedereen weet dat ongeveer. En dan heb je Maud Bekaert, die krijgt dan ook de opdrachten. Het is zo'n kliekvorming. Het gaat niet meer om de kunst zelf,...'

Verder werken

Sinds enkele jaren recenseert Johan Debruyne voor het kunstenmagazine (h)ART en schrijft hij een column in De Toverboom, het tijdschrift van dichter Bart Madou. Voor volgend jaar werkt hij met het KTA aan een project rond de enkele jaren geleden overleden acteur Julien Schoenaerts, waar ook diens zoon Matthias Schoenaerts een rol zal spelen 'maar dat is nu een probleem want hij is ineens een wereldster geworden... Dat werken is ook een zoektocht naar mijn jeugd waarin ik heel wat gaten heb, waar ik niets meer over weet. Ik ben pas bewust beginnen leven rond mijn pubertijd... En ik blijf er aan werken om die gaten op te vullen,' besluit Johan Debruyne.

Het nest tussen waarheid en herinnering
Johan Debruyne
Zorro uitgeverij

(FN-Eigen Berichtgeving/Foto: FN)
De volledige fotoreportage vindt U hier...
Meer over Concert    Literatuur    Media    Opinie    Kunst    Evenementen    Politiek    Patrick Moenaert    
afdrukken Afdrukvriendelijke versie mailenMail permalink naar dit bericht

Reageer via Facebook of twitter

Tweet

Vandaag